Henk Helmantel (1945) woont en werkt sinds jaar en dag in het Groningse Westeremden, in een door hem herbouwde middeleeuwse pastorieboerderij. Deze woning kenmerkt de belangstelling van deze schilder voor het verleden.

Henk Helmantel's contact met de beeldende kunst bestond aanvankelijk uit zwart-wit reproducties, die in bladen als "De Spiegel" stonden. Zijn eerste echte confrontatie met de oude meesters vond plaats in 1960, toen hij vijftien jaar was. Een oud-predikant van Westeremden nodigde hem uit om een week in Wormerveer te logeren. Met fiets en al liftte Helmantel op een vrachtwagen naar Wormerveer, vanwaar hij dagelijks naar het Rijksmuseum vertrok. "Ik heb daar urenlang zitten kijken....dat was voor mij een openbaring..."

Van 1961 tot 1965 bezocht hij de kunstacademie Minerva in Groningen. Hij kwam hier in meer dan één opzicht in een volstrekt andere wereld terecht. Zijn geloof nu werd van alle kanten aan de academie als overbodig en verjaard verklaard. Daarbij kwam dan ook nog zijn liefde voor de oude schilderkunst. Sommige leraren deelden die liefde, anderen wilden - in navolging van de ontwikkeling der moderne kunst - met deze traditie radicaal breken. Vele medeleerlingen deelden dit verlangen, deze hang naar een volstrekt nieuwe stijl, zonder "de ketenen der traditie".
Dat het verlangen naar iets nieuws wel degelijk boeiende kunst kan voortbrengen, ontkent Helmantel niet. Mondriaan en Malewitch, Karel Appel en Mark Rothko zijn voor hem voorbeelden van kunstenaars die in hun zoektocht naar nieuwe vormen met boeiende resultaten zijn gekomen. Maar wanneer die resultaten tot de maatstaf van alle hedendaagse kunst wordt gemaakt, of wanneer een kunstwerk niet meer mag worden beoordeeld met objectieve maatstaven als compositie, kleurstelling enzovoort, dan verwordt Moderne Kunst tot een ideologie.

Ondertussen is Helmantel gewoon een schilder van de eenentwintigste eeuw. Hij mag inspiratie putten uit het werk van illustere voorgangers, hij mag graag oude voorwerpen met een "verleden" schilderen; zijn werk is gemaakt door een schilder die in de twintigste eeuw zijn opleiding en vorming heeft gehad.
Zijn werk vindt in brede kringen en internationaal grote waardering. Een hoogtepunt was een tentoonstelling in 1997 in Taiwan, waar honderd werken uit zijn eigen collectie in een fraai museum tentoongesteld werden. Voorts waren er tentoonstellingen in de USA, in Duitsland, Tsechië, Maleisië, Engeland, Frankrijk en Indonesië. In Nederland was zijn werk o.a. te zien in het Singermuseum, het Drents Museum en het kloostermuseum in Ter Apel.
Jaarlijks trekken in de zomer duizenden mensen naar Westeremden om te genieten van Museum Helmantel in de prachtige Weem, de tuinen er omheen, de oude Andreaskerk en het tentoongestelde werk uit eigen collectie. Schilderijen die gemaakt zijn door een schilder die nog steeds gelooft in de schoonheid als een wezenlijk doel van zijn arbeid met penseel, paletmes en olieverf.