"Ik moet schilderen. Ik kan het niet laten. Het gaat om het zoeken misschien iets anders vinden, het creatieve proces zelf is van belang."

Douwe Elias (Leeuwarden, 1952) heeft tussen 1974 en 1979 zijn opleiding gevolgd aan de Academie Minerva te Groningen. Deze opleiding was een logische stap, aangezien de kunstenaar al van jongs af aan geconfronteerd werd met kunst. Op de Academie Minerva kreeg hij les van Matthijs Roling (1943), die hem leerde de voorstelling op te bouwen met licht en donker, en Jouke Wouda (1928), die hem bijbracht om met gevoel en kleur te werken. Elias is zowel een romantische schilder als een realist. Hij streeft geen vernieuwing na, maar interpreteert de werkelijkheid op een persoonlijke wijze. Sfeer en dramatiek zijn centrale elementen in de schilderijen van Elias en deze gebruikt hij om alledaagse situaties om zich heen te schilderen. Hij vertelt in zijn werken een verhaal en daarbij zijn ruimte en licht de belangrijkste factor om de juiste sfeer te creëren.

De kunstenaar werkt vaak bepaalde thema's uit in series omdat hij graag een thema vanuit verschillende invalshoeken benadert. Zo heeft hij een serie waarin hij zwakbegaafde kinderen schildert. Zijn vader werkte op een school met zwakbegaafde kinderen en deze herinnering vormde de inspiratie voor deze werken. De wereld van deze kinderen intrigeert en ontroert hem. Zij verdienen het ook om in verf gevat te worden, het perfecte wordt toch al zo vaak afgebeeld, zo stelt de kunstenaar.
De laatste tijd schildert Elias voornamelijk interieurs van cafés of restaurants waarin ouderwetse grandeur en vergane glorie centraal staan. Op deze manier probeert hij naar eigen zeggen het kwetsbare en triviale zo groots mogelijk te schilderen.

Elias werkt direct op het doek op paneel, zonder vooraf een tekening of schets te maken. Na het aanbrengen van een ondergrond zet hij in een paar uur de compositie op. Vervolgens werkt hij de voorstelling uit met veel olie in zijn olieverf om zo extra diepte en warmte aan zijn kleuren te geven. In zijn impressionistische schilderijen werkt hij af en toe een detail uit om er de nadruk op vestigen. Zo worden de mensen in het werk van Douwe Elias duidelijk getypeerd, maar blijft elk gezicht toch een mysterie.
Iedere lijn heeft een functie en lichtval en schaduw bepalen de compositie. Elias begint met een grove toets die steeds fijner wordt. Hij schildert in veel lagen en brengt tussendoor glacis aan om diepte en een mooie kleur te creëren. Af en toe neemt hij afstand om het overzicht niet te verliezen: " Ik neem letterlijk afstand door helemaal aan de andere kant van het atelier in mijn stoel te zitten met een verrekijker. Zo zie je bepaalde details die je anders niet zou zien."